Veel mensen, ook ik, hebben het wel eens meegemaakt: Het wijzertje van je brandstofmeter gaat steeds verder richting rood, maar je denkt dat je nog voldoende benzine in de tank hebt om de volgende pomp te kunnen halen. De spanning loopt steeds verder op want de pomp is verder weg dan je hebt gedacht of is gesloten of….
Heb je dan de neiging om harder te gaan rijden, zo van: dan ben ik er eerder dus is de tank sneller weer gevuld?
Nee, natuurlijk niet.
Je gaat juist langzamer en rustiger rijden in de hoop dat daardoor het verbruik zal dalen en je toch die pomp zult halen. Logisch, toch? En herkenbaar.
Je eigen tank
Ik vind het bijzonder dat veel mensen dit niet doen als het om zichzelf gaat. Als de eigen tank, bijna, leeg is gaat de gemiddelde Nederlander juist gas geven: harder werken, langer doorwerken ’s avonds of in het weekeinde; “Nog even wat voor het werk doen. Want dat scheelt me de volgende werkdag weer.”
Vooral mensen die in de zorg of in het onderwijs werken, en ik vermoed ook in andere sectoren, hebben geleerd om diegene voor wie ze werken (de patiënt, cliënt, bewoner, leerling) op nummer 1 te zetten. 85% van de zorgmedewerkers geeft aan beter voor patiënten te zorgen dan voor zichzelf! (bron: Webinar “Zet de patiënt op 2” IZZ, mei 2021, 700 deelnemers) Da’s veel, heel veel. En dat gaat bij een heel grote groep zelfs zover dat ze hun pauzes overslaan.
Dit gaat echter niet alleen maar op voor werkenden. Ook mantelzorgers zie ik op deze manier ‘voor zichzelf zorgen’. Bij hen speelt ook nog eens mee dat ze het enorm lastig vinden om de zorg voor hun geliefde uit handen te geven. Omdat zij zich zo goed kunnen voorstellen hoe het is om hulpbehoevend te moeten zijn, zijn ze geneigd om het welzijn van hun naaste boven dat van henzelf te stellen.
Kun jij je voorstellen wat er gebeurd als deze mantelzorger naast de zorg voor de naaste ook nog eens een druk gezin én een veeleisende baan heeft?
Werkdruk
Niet goed voor jezelf zorgen is vaak een gevolg van de torenhoge druk op het werk of van de zorg die jij aan een ander geeft. En jij bent niet de enige die de (werk)druk als zo hoog ervaart. Want: we hebben het allemaal, te, druk. Doordat collega’s vanwege die hoge werkdruk ziek uitvallen, krijgen de andere collega’s het nóg drukker en dan ……? Als ik niet voor mijn moeder zorg, wie doet dan dan….? Je kunt wel bedenken hoe dit verder gaat.
De situatie waar wij nu met z’n allen volop inzitten, vraagt iedere dag weer het maximale van onze hersenen. Dat (deels) thuiswerken, de hele dag door bereikbaar zijn; we zijn eraan gewend geraakt. Nu er weer meer versoepelingen doorgevoerd worden moeten we daar weer aan wennen. En dat kost voor velen ook weer (veel) moeite.
Met andere woorden, hierdoor en door al die andere dingen die om onze aandacht schreeuwen staan we continu ‘aan’. Steeds weer wordt van ons gevraagd dat we multitasken en dat terwijl onze hersenen daar niet voor gemaakt zijn.
Even tussendoor een testje doen?
Uit ‘A factory of one’ van Daniel Markovitz; 2011, haalde ik deze:
In dit boek staat een kleine oefening die aantoont dat multitasken altijd trager is dan monotasken. De oefening bestaat uit twee delen en gaat als volgt:
Schrijf afwisselend een letter van de zin: M U L T I T A S K I N G I S A L I E en de cijfer van de reeks: 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10,11,12,13,14,15,16,17,18,19 onder elkaar (dus: M (er onder de 1), dan U (er onder de 2), enz.) en neem de tijd op hoelang je erover doet.
Klaar voor deel 2?
Schrijf nu eerst de zin: M U L T I T A S K I N G I S A L I E en daarna de cijferreeks: 1, 2, 3, 4, 5, 6, en zo door tot en met 19 en neem weer de tijd op hoe lang je er over doet. Confronterend hè?
Oké, terug naar ons topic.
We staan dus doorlopend ‘aan’ en dat komt door verschillende oorzaken. Die te hoge (werk)druk is er eentje van. Die kan afnemen als het verzuim ook afneemt. We zagen hiervoor al dat het verzuim voor een deel komt door het niet goed voor onszelf zorgen. Daar kun je uit afleiden dat, als we wel goed voor onszelf gaan zorgen, het verzuim ook zal afnemen.
En daardoor kunnen we, met elkaar, beter voor elkaar zorgen.
Dus: als jij goed voor jezelf zorgt kun je pas écht goed voor anderen zorgen.
Caregiver syndrome
Dat ‘caregiver syndrome’ (zorgenden – zowel professioneel als mantelzorgers – zorgen beter voor anderen dan voor zichzelf) lijkt wel aangeboren want velen in de zorg zorgen nu eenmaal graag voor anderen. Da’s mooi en dat hoef je ook niet te veranderen.
Waar het om gaat is dat je beter voor jezelf gaat zorgen. En dát is minder moeilijk dan velen denken. Je kunt het jezelf leren.
Stress is ook goed
Je kunt leren hoe je de stress, die ontstaat doordat je continu aanstaat, naar beneden kunt brengen. Helemaal weg met de stress gaat niet lukken. Dat hoeft ook niet. Stress zorgt er namelijk voor dat we in beweging komen, want het is een natuurlijke reactie op waargenomen gevaar. Hierdoor kun je snel en alert reageren. Stress is een voor ons belangrijk overlevingsmechanisme.
Onze hersenen zijn echter niet in staat om het verschil te zien tussen een daadwerkelijke stressvolle situatie en iets wat zich alléén in onze gedachten afspeelt. Dat kunnen bijvoorbeeld gedachten over al die mails zijn die jij nog moet beantwoorden.
Het stressniveau gaat hierdoor omhoog en ons lichaam reageert daarop door zich zowel geestelijk als fysiek klaar te maken voor actie!
Het mooie hiervan is, is dat we ons lichaam ook kunnen laten merken dat er helemaal geen stressvolle situatie aan de orde is. Doordat je bijvoorbeeld ontspanningsoefeningen gaat doen, geef je aan je hersenen het signaal dat ze tot rust kunnen komen. Daardoor gaan er weer allerlei geestelijke én fysieke processen in ons lijf aan de slag die helpen om ook daadwerkelijk tot rust te komen. Met als gevolg dat jij niet alleen geestelijk maar ook fysiek tot rust gaat komen.
Dat is de reden waarom ik in het evidence based Achtstappenplan© de eerste gesprekken wijd aan o.a. ontspannen en tot rust komen. Dat kun je bijvoorbeeld doen met aandacht voor je ademhaling. Daarvoor kun je bijvoorbeeld onderstaande ademhalingsoefening gebruiken:
Adem een paar keer gedurende 4 tellen in en gedurende 4 tellen uit
Adem een paar keer gedurende 4 tellen in en gedurende 5 tellen uit
Adem een paar keer gedurende 4 tellen in en gedurende 6 tellen uit
Adem een paar keer gedurende 4 tellen in en gedurende 7 tellen uit
Adem een paar keer gedurende 4 tellen in en gedurende 8 tellen uit
Of gebruik de ‘5 4 3 2 1 oefening’ als je bijvoorbeeld niet kunt slapen.
Benoem in gedachten 5 dingen in je slaapkamer die je daar kunt zien, horen, voelen en ruiken.
Stel je daarna een knikker voor die door je huis naar een andere ruimte rolt. Daar stel je in gedachten 4 dingen voor die je kunt zien, horen, voelen en ruiken.
Daarna rolt de knikker naar een andere ruimte in je huis. Daar stel je in gedachten 3 dingen voor die je daar kunt zien, horen, voelen en ruiken.
Daarna rolt de knikker naar een andere ruimte in je huis. Daar stel je in gedachten 2 dingen voor die je daar kunt zien, horen, voelen en ruiken.
Daarna rolt de knikker naar een andere ruimte in je huis. Daar stel je in gedachten 1 ding voor die je daar kunt zien, horen, voelen en ruiken.
Het is niet erg als je gedachten tijdens deze oefening afdwalen. Aanvaard dat, word niet boos maar ga in alle rust verder waar je gebleven was.
Tip: Ga bij deze oefening ervan uit dat je huis opgeruimd/op orde is; hierdoor hoef je je niet te ergeren.
Je zult ervaren dat dit een slaapverwekkende oefening is. 😉
Meer weten?
Heb je behoefte aan stress en burn-out coaching of wil je gewoon meer weten over dit Achtstappenplan©? Aarzel dan niet en neem vrijblijvend contact met mij op: jan@stressreductiecoach.nl
Jan Middel, VESB erkend stress & burn-out coach/consultant